Om kwetsbare gezinnen te helpen tijdens de coronacrisis, krijgen zij onder bepaalde voorwaarden een eenmalige toeslag van 120 euro per kind ten laste.
Voorwaarden
De toeslag is er voor gezinnen
- met kinderen die een Groeipakket ontvangen
- en die door de coronacrisis in maart, april, mei of juni een inkomensverlies hebben van minstens 10% in vergelijking met januari of februari 2020
- en waarbij het gezinsinkomen onder de grens ligt van 2.213,30 euro (bruto belastbaar inkomen). Om het maandelijkse gezinsinkomen te berekenen, wordt ook gekeken naar het vakantiegeld en de eindejaarspremie.
Procedure
Wie het Groeipakket voor zijn kind(eren) ontvangt, kan de COVID-19-toeslag aanvragen.
- Vraag de toeslag aan bij de uitbetaler van uw Groeipakket. Dat kan van 15 juni tot en met 31 oktober 2020.
- Voeg bij de aanvraag ook bewijsstukken toe om uw inkomensverlies aan te tonen (bijv. loonfiches, attesten van de uitbetalingsinstelling voor uitkeringen, verklaring van de boekhouder of het sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen)
Wat als u gescheiden bent?
Krijgt u allebei het Groeipakket en woont uw kind evenveel bij u als bij de andere ouder (gelijkverdeelde huisvesting)? Dan krijgt elke ouder de helft van de COVID-19-toeslag als zijn/haar gezin aan de voorwaarden voldoet. Beide ouders moeten daarvoor een aanvraag doen.
Woont uw kind meer dan de helft van de tijd bij u of bent u de enige begunstigde van het Groeipakket, dan krijgt u de volledige toeslag.
Kostprijs
De toeslag bedraagt 120 euro per kind en wordt in 3 schijven van 40 euro betaald: een eerste schijf van 40 euro voor de maand waarin u de aanvraag doet en telkens nog eens 40 euro voor de twee daaropvolgende maanden.
De toeslag wordt apart betaald. U ontvangt hem dus niet samen met uw Groeipakket.